donderdag 3 mei 2007

Ludwig van Beethoven - 'Rasumovsky'-quartet op. 59 #1- Talich Quartet






















Andreas Rasumovsky (1752-1836). Russische diplomaat te Wenen. Muziekliefhebber, kunstverzamelaar, liet voor zichzelf een grandioos neoklassiek paleis bouwen aan de rand van de stad. In 1814 hield hij groots bal op 31 december met de nieuwe tsaar Nicolaas I als eregast. (Waarschijnlijk was Beethoven de enige gast die was uitgenodigd die niet verscheen.) Rasumovsky liet voor deze avond de balzaal uitbreiden met een tijdelijke extensie, verwarmd door rookkanalen vanuit het paleis. Toen de gasten vertrokken waren, vatte de nieuwe constructie vlam en vuur verwoestte kamers vol schilderijen. Rasumovsky was
hierna naar verluidt niet meer de oude, en leefde teruggetrokken tot aan zijn dood.

Dan klinken in de drie 'Rasumovsky'-quartetten die hij in 1806 bij Beethoven bestelde nog grootsheid en uitbundigheid. Dat het eerste quartet - met drie delen - een speelduur van wel 40 minuten had was nog niet eerder vertoont in de geschiedenis van de kamermuziek. Het monumentale, zoals we dat bijvoorbeeld in de "Eroica" of het vijfde pianoconcert zien, vindt ook zijn weg in de kamermuziek.

Het motiefthematische werk is in het eerste deel ook niet meer de spil, zoals in eerdere quartetten (op. 18). In plaats daarvan mogen lange, melodische lijnen zich vrij en successievelijk ontwikkelen, als verschillende gedachten die elkaar opvolgen en aanvullen. De doorvoering werkt ook in de expositie, de reprise en de coda, en zorgt als leidend principe voor een nieuwe, alles omvattende eenheid van de eerste tot de laatste maat.

Het Allegretto zit vol verr
assingen - het opmerkelijkste zijn de afbrekingen van de lijnen en het opdelen van de motieven in de enkele stemmen, die soms helemaal zonder begeleiding zijn.

Het is alsof Beethoven met dit werk alle hoogten en diepten van de sonatenvorm wil demonstreren, want het derde deel begint met een smartelijk Adagio, treurmuziek "als een acaciaboom op het graf van mijn broer", zoals Beethoven in de schetsen aangaf. Het is een Adagio van een ongelofelijke muzikale schoonheid, een groots bewijs van Beethoven's instrumentatiekunst, zelfs bij vier zo gelijkende instrumenten.
Volledig onverwacht wordt de tragiek afgelost door het afsluitende Allegro, dat gelijk begint met het "thème russe" - de Russische volksmelodieën die Beethoven zowel in dit als in het volgende quartet heeft ingebouwd ten gunste van de nationaliteit van zijn opdrachtgever.

Strijkquartet in F groot op. 59 #1
1. Allegro
10:44
2. Allegretto
9:06
3. Adagio molto e mesto - Allegro
21:05
(Decompresseer met Monkey's Audio)


Talich Quartet
Petr Messiereur, Jan Kvapil,
viool
Jan Talich,
alt
Evzen Rattay,
cello
Opname 1980. Uit de box met de complete strijkquartetten door het Talich Quartet (op Calliope).


Geen opmerkingen: